Mogen vaccins tegen mazelen en bof toegediend worden aan kinderen allergisch aan eieren?

De vaccins tegen mazelen en bof worden bereid uit verzwakte virussen, gekweekt op cellen van kippenembryo’s. Er is ongerustheid ontstaan over de mogelijke aanwezigheid in deze vaccins van bepaalde eiwitten (met name ovalbumine) afkomstig uit de eieren, en de vraag stelt zich of deze vaccins mogen toegediend worden aan personen allergisch aan eieren.

In de British Medical Journal werden recent aanbevelingen gepubliceerd in verband met de toediening van het vaccin tegen bof, mazelen en rubella aan kinderen allergisch aan eieren. De auteurs van het artikel hebben de rapporten van allergische reacties na toediening van dit vaccin verzameld. Daaruit blijkt dat het overgrote deel van de gerapporteerde levensbedreigende allergische reacties waren opgetreden bij kinderen die niet allergisch waren aan eieren. De allergische reacties bij deze kinderen zouden eerder te wijten zijn aan andere bestanddelen in het vaccin, zoals gelatine en neomycine. Er zijn ook aanwijzingen dat de hoeveelheid ovalbumine in de vaccins te gering is om bij de meeste personen allergisch aan eieren, een reactie uit te lokken. Wel vonden de auteurs dat bij kinderen allergisch aan eieren, een levensbedreigende reactie na blootstelling aan eieren in het verleden, alsook chronisch astma, risicofactoren zijn voor het optreden van ernstige allergische reacties op de vaccins.

Priktesten en intradermale testen zijn niet specifiek en te weinig gevoelig om allergische reacties op de vaccins te voorspellen, en de rol van desensibilisatie is niet wetenschappelijk onderbouwd. Daarenboven zijn bij het uitvoeren van deze testen en bij desensibilisatiekuren ernstige allergische reacties gerapporteerd. Ze hebben dus geen plaats bij kinderen allergisch aan eieren die gevaccineerd dienen te worden met het vaccin tegen bof, mazelen en rubella.

Aanbevelingen

De vaccins tegen bof en mazelen kunnen veilig worden toegediend aan de meeste kinderen, ook deze met allergie aan eieren. Wel moet epinefrine steeds voorhanden zijn voor het geval toch een ernstige anafylactische reactie optreedt [zie ook Folia juli 1996 en Gecommentarieerd Geneesmiddelenrepertorium].

Bij volgende kinderen met allergie aan eieren worden speciale voorzorgen aanbevolen.

• Kinderen bij wie in het verleden ernstige cardiorespiratoire reacties (b.v. ademhalingsproblemen, cyanose, bewustzijnsstoornissen) op eieren zijn opgetreden.
• Kinderen met actief, chronisch astma, ook deze bij wie in het verleden geen ernstige allergische reacties op eieren zijn opgetreden.

Bij deze kinderen raadt men aan het vaccin toe te dienen in hospitaalmilieu waarbij gedurende twee uur na vaccinatie de cardiorespiratoire functies worden gevolgd.

Er wordt ook aanbevolen om bij elk kind dat een allergische reactie doet op de vaccins, de oorzaak op te sporen.

Naar G.A. Khakoo en G. Lack: Brit Med J 320 : 929-932

Specialiteitsnamen

Naast de vaccins tegen bof en mazelen worden ook volgende vaccins bereid uit virussen gekweekt op cellen van kippenembryo’s: de vaccins tegen influenza, de vaccins tegen gele koorts, de vaccins tegen meningo-encefalitis door flavivirus.