Behandeling van laryngitis subglottica (pseudokroep)

Laryngitis subglottica (pseudokroep) is frequent bij kinderen tot ongeveer 6 jaar (incidentie ongeveer 30 per 1.000 kinderen per jaar), met een piekincidentie tussen het 2de en 3de levensjaar. Talrijke virussen kunnen dit ziektebeeld veroorzaken, waaronder para-influenzavirus type 1 en 2, influenza type A, adenovirus, syncytiaal respiratoir virus en enterovirussen. De belangrijkste symptomen zijn een acuut ontstane inspiratoire stridor, benauwdheid en blafhoest, met in het algemeen slechts matige temperatuurverhoging. De meeste patiënten hebben een mild verlopend ziektebeeld en herstellen spontaan in enkele dagen zonder dat specifieke therapie nodig is. De inzichten ten aanzien van de behandeling van laryngitis subglottica zijn de laatste jaren veranderd.


Vochtige dampen

De doeltreffendheid is wetenschappelijk nooit onderbouwd. De rustgevende situatie die door deze behandeling wordt gecreëerd, is waarschijnlijk belangrijker dan het stomen zelf.


Verneveling met epinefrine

Met verneveling met epinefrine wordt in het algemeen een snelle (binnen de 10 minuten) maar kortdurende (vaak hoogstens twee uur) verbetering gezien. Er kan nadien een toename van de symptomen optreden. Deze behandeling dient voorbehouden te blijven voor de ernstige gevallen, vóór het vervoer naar een ziekenhuis.


Corticosteroïden, systemisch of via inhalatie

De laatste jaren zijn meerdere onderzoeken gepubliceerd, waarin een snel (meestal binnen de dertig minuten, uiterlijk binnen de twee uur) en langdurend (tot 12 à 24 uur) gunstig effect van corticosteroïden op het verloop van matig tot ernstige laryngitis subglottica werd aangetoond.

  • In een meta-analyse van 10 gerandomiseerde studies veroorzaakte toediening van dexamethason langs intramusculaire weg (0,6 mg/kg in 1 gift) aan kinderen met ernstige laryngitis subglottica, een klinische verbetering op korte termijn en een vermindering van de incidentie en de intubatieduur.
  • Dexamethason oraal (0,15 mg/kg in 1 gift) bleek in een placebo-gecontroleerd onderzoek een gunstig effect te hebben op het verloop van de symptomen bij kinderen met matig ernstige laryngitis subglottica die ambulant werden behandeld. In een andere studie werd geen verschil in doeltreffendheid gevonden tussen 0,15 mg/kg, 0,3 mg/kg of 0,6 mg/kg dexamethason oraal.
  • Budesonide via inhalatie met een vernevelaar (2 mg eenmalig) bleek in meerdere placebo-gecontroleerde studies een gunstig effect te hebben op de symptomen; ook was ziekenhuisopname minder vaak nodig of was deze van korte duur. In deze studies werd het effect van een eenmalige toediening van budesonide gedurende slechts enkele uren bestudeerd maar het is mogelijk dat meerdere toedieningen per dag gedurende meerdere dagen nodig zijn.

Er zijn ook meerdere vergelijkende studies uitgevoerd.

  • In een gerandomiseerde placebo-gecontroleerde studie waarbij dexamethason oraal (0,6 mg/kg in 1 gift) en budesonide in inhalatie (2 mg eenmalig) vergeleken werden bij gehospitaliseerde kinderen met laryngitis subglottica, werd geen significant verschil gezien qua vermindering van de symptomen en hospitalisatieduur.
  • In een andere gerandomiseerde placebo-gecontroleerde studie leidde eenmalige toediening van dexamethason intramusculair (0,6 mg/kg) of van budesonide in inhalatie (4 mg) tot een vlugge vermindering van de symptomen evenals een daling van het aantal hospitalisaties; de doeltreffendheid van dexamethason intramusculair was echter groter dan deze van budesonide.

Besluit

Wegens onvoldoende bewijs van hun doeltreffendheid wordt behandeling met vochtige stomen bij laryngitis subglottica niet meer aangeraden.

Epinefrine via inhalatie dient voorbehouden te blijven voor de ernstige gevallen vóór het vervoer naar het ziekenhuis.

In matige tot ernstige gevallen van laryngitis subglottica dient een behandeling met corticosteroïden langs algemene weg of via inhalatie overwogen te worden. Een eenmalige dosis is meestal voldoende. Na toediening van corticosteroïden is observatie van het kind aangewezen om de doeltreffendheid van de behandeling te controleren. Het gunstig effect treedt in het algemeen snel op, meestal binnen de 30 minuten, uiterlijk binnen de twee uur na toediening van de corticosteroïden. Indien geen verbetering of zelfs verdere progressie van de respiratoire symptomen optreedt, is opname in het ziekenhuis aangewezen.

Naar

  • R.J.Roorda ei al.: Behandeling van laryngitis subglottica pseudokroep steroï den in plaats van stomen. Ned Tijdschr Geneeskd 142 : 1658-1662(1998)
  • D.M. Jaffé: The treatment of croup with glucocorticoï ds. N Engl J Med 339 : 553-555(1998)
  • S. Van Daele en F. De Baets: Diagnose en beleid van pseudo-kroep en epiglottitis. Tijdschr voor Geneeskd 54 : 716-721(1998)