Zijn zonnebrandcrèmes veilig en doeltreffend?

Blootstelling aan de zon kan acute en chronische huidletsels veroorzaken. Zonnebrand is de zichtbare acute schade. De chronische effecten omvatten degeneratieve veranderingen van de huid, zoals rimpels en veranderingen in pigmentatie, alsook DNA-schade die verantwoordelijk is voor precancereuze actinische keratosen, huidkankers en waarschijnlijk maligne melanomen.

De ultraviolet (UV) stralen die de huid beschadigen kunnen geclassificeerd worden in drie categorieën in functie van de golflengte: UVA I (340-400 nm), UVA II (320-340 nm) en UVB (290-320 nm). UVB-stralen veroorzaken de meeste letsels, maar 10 tot 100 keer meer UVA-stralen bereiken het aardoppervlak. UVB en UVA II stralen zijn de belangrijkste oorzaak van zonnebrand.

De meeste zonnebrandcrèmes zijn samengesteld uit organische moleculen (zoals avobenzon, menthylanthranilaat, oxybenzon) die op variabele wijze UV-stralen van verschillende golflengte absorberen. Anorganische zonnebrandcrèmes zoals titaandioxyde of zinkoxyde zijn opake formuleringen die het licht dispergeren en beletten dat UV-stralen in de huid dringen.

De beschermingsfactor (Sun Protector Factor of SPF) die op elke zonnebrandcrème vermeld wordt, is de verhouding van de tijd waarbij zich een minimaal erytheem ontwikkelt op de huid beschermd met de zonnebrandcrème, ten opzichte van de tijd om een equivalent erytheem te ontwikkelen op een niet-beschermde huid. Deze beschermingsfactor geeft geen informatie over de bescherming tegen UVA-stralen die ook letsels op lange termijn kunnen veroorzaken. Gezien laboratoriumvoorwaarden niet identiek zijn aan een reële blootstelling aan de zon, en gezien wind, hitte, vochtigheid en hoogte ook de doeltreffendheid van zonnebrandcrèmes kunnen verminderen, is de waarde van de beschermingsfactor relatief. Men dient daarom een voldoende grote hoeveelheid zonnebrandcrème (2 mg/cm2) te gebruiken, en deze heraan te brengen in geval van langdurige blootstelling aan de zon of na baden alsook op plaatsen waar wrijving frequent is.

In gerandomiseerde studies is aangetoond dat het gebruik van zonnebrandcrèmes zonnebrand voorkomt, veroudering van de huid vertraagt, en het optreden van nieuwe actinische keratosen vermindert. Er zijn geen studies over het effect van zonnebrandcrèmes op de incidentie van spino- en basocellullaire epitheliomen, noch op de incidentie van maligne melanomen, maar men neemt in het algemeen aan dat ze ook tegen deze kankers beschermen. Het is weinig waarschijnlijk dat zonnebrandcrèmes zelf het risico op huidkanker verhogen, maar sommige patiënten zouden hun doeltreffendheid kunnen overschatten, en hun blootstelling aan de zon onvoorzichtig verhogen. Hoewel sommige experten het gebruik van zonnebrandcrème ter preventie van huidkanker in vraag hebben gesteld, wordt regelmatig gebruik van een zonnebrandcrème met een hoge beschermingsfactor en met bescherming tegen zowel UVA- als UVB-stralen aanbevolen door de auteurs van dit artikel.

Naar

  • Sunscreens: are they safe and effective? Med Lett Drugs Ther 41 : 43-44(1999)

Nota van de redactie

Ook de experten die wij hebben geconsulteerd, raden aan een zonnebrandcrème te gebruiken waarvan op de verpakking duidelijk vermeld wordt dat er bescherming is tegen zowel UVA- als UVB-stralen. Het gebruik van een zonnebrandcrème die enkel beschermt tegen UVB kan misleidend zijn gezien deze essentieel beschermt tegen het optreden van zonnebrand, maar het binnendringen van UVA-stralen die letsels op lange termijn kunnen veroorzaken, niet tegengaat. Ook moet de aandacht gevestigd worden op het feit dat mensen met een bleke huid een hoger risico hebben op de acute en chronische effecten van blootstelling aan de zon.