Tandvleeshypertrofie door geneesmiddelen

Bepaalde geneesmiddelen kunnen tandvleeshypertrofie veroorzaken. Gelijktijdige inname van meerdere geneesmiddelen die tandvleeshypertrofie kunnen veroorzaken, is een verergerende factor. In La Revue Prescrire [23 : 433-435(2003)]werd aandacht besteed aan dit ongewenst effect.

Anti-epileptica. Tandvleeshypertrofie is een frequent ongewenst effect van fenytoïne (volgens de studies bij 20 tot 60% van de patiënten). De hypertrofie treedt gewoonlijk op in de eerste maanden van de behandeling. Ook voor fenobarbital, valproïnezuur en vigabatrine zijn gevallen van tandvleeshypertrofie beschreven, zij het minder frequent dan met fenytoïne.

Immunosupressiva. Tandvleeshypertrofie is een frequent ongewenst effect van ciclosporine (volgens de studies bij 7 tot 70% van de patiënten). Voor tacrolimus werd één geval van tandvleeshypertrofie in de literatuur gevonden.

Calciumantagonisten. Tandvleeshypertrofie is gerapporteerd met talrijke calciumantagonisten: nifedipine (in de literatuur het meest frequent geciteerd), amlodipine, felodipine, nicardipine, nitrendipine, diltiazem en verapamil.

Sedert 1990 ontving het Belgisch Centrum voor Geneesmiddelenbewaking 4 meldingen van tandvleeshypertrofie met een calciumantagonist: amlodipine (n=2), felodipine (n=1) en nifedipine (n=1). Het Centrum ontving ook een melding van tandvleeshypertrofie voor het anti-epilepticum ethosuximide (ZARONTIN) en voor het niet-steroïdaal anti-inflammatoir middel proglumetacine (TOLINDOL). Tandvleeshypertrofie is voor deze twee laatste geneesmiddelen, voor zover we konden nagaan, niet beschreven in de literatuur, maar een causaal verband kan niet uitgesloten worden, gezien de hypertrofie progressief verdween na stoppen van de behandeling.

Wanneer een geneesmiddel wordt voorgeschreven dat tandvleeshypertrofie kan veroorzaken, informeert men best de patiënt over de maatregelen die de ernst van de letsels kunnen beperken, met name strikte mond- en tandhygiëne, en regelmatige verwijdering van tandsteen. Indien toch uitgesproken tandvleeshypertrofie optreedt, zal herstel optreden na stoppen van het geneesmiddel en overschakelen naar een andere behandeling. Indien het geneesmiddel niet kan gestopt worden, kan gingivectomie overwogen worden, maar enkele maanden na de chirurgische ingreep treedt de tandvleeshypertrofie gewoonlijk opnieuw op.