Droge mond: oorzaken en aanpak
OorzakenDe belangrijkste oorzaken van hyposialie zijn: bepaalde geneesmiddelen (zie verder), radiotherapie van hoofd en hals [zie Folia september 2001 ], en het syndroom van Sjögren. Dit laatste wordt gekenmerkt door een droge mond en droge ogen; bij sommige patiënten is het een gevolg van een auto-immuunziekte zoals reumatoïde artritis. Andere, meer zeldzame oorzaken zijn: AIDS, graft-versus-host disease na beenmergtransplantatie, angst en depressie, slecht gecontroleerde type 2-diabetes. Droge mond kan ook optreden in de laatste levensfase, in geval van dehydratie of in de periode na een operatie. Hyposialie door geneesmiddelenGeneesmiddelen met anticholinerge eigenschappen zijn de belangrijkste oorzaak van hyposialie. Het gaat onder andere om anticholinergica gebruikt bij blaasproblemen, bij de ziekte van Parkinson of bij astma en COPD (ook via inhalatie), de meeste antidepressiva, bepaalde H1- antihistaminica (vooral promethazine en difenhydramine), bepaalde antipsychotica (vooral fenothiazines), atropine, butylhyoscinebromide, disopyramide, carbamazepine en oxcarbazepine. Andere geneesmiddelen die in verband zijn gebracht met droge mond, zijn: alfa-blokkers, antitumorale middelen, benzodiazepines, bupropion, clonidine, diuretica, guanfacine, methyldopa, opiaten, protonpompinhibitoren, radioactief jood, sibutramine, tizanidine. Deze lijst is niet exhaustief. De hoge frequentie van droge mond bij ouderen heeft te maken met het feit dat ouderen het vaakst meerdere geneesmiddelen innemen (probleem van polymedicatie), en het meest gevoelig zijn voor ongewenste effecten van geneesmiddelen. AanpakWanneer hyposialie optreedt als ongewenst effect van een geneesmiddel kan het geneesmiddel gestopt worden, indien dat mogelijk is, of kan eventueel overgeschakeld worden op een geneesmiddel met geringer risico van hyposialie. Indien stoppen onmogelijk is, kan getracht worden het dosisschema aan te passen. De dagdosis kan bijvoorbeeld verdeeld worden over meerdere giften in plaats van één gift, waarbij een avonddosis beter vermeden wordt gezien de speekselsecretie ’s nachts het laagst is. Verder is de aanpak gericht op het verbeteren van het comfort van de patiënt en de preventie van orale complicaties.
Enkele referentiesGuggenheimer J en Moore PA.: Xerostomia. Etiology, recognition and treatment. J Am Dent Assoc 2003; 134: 61-9 Gupta A, Epstein JB en Sroussi H.: Hyposalivation in elderly patients. J Can Dent Assoc 2006; 72: 841-6 Turner MD en Ship JA.: Dry mouth and its effects on the oral health of elderly people J Am Dent Assoc 2007; 138: 15S-20S |