Wijzigingen in de terugbetalingsvoorwaarden van de geneesmiddelen bij astma en COPD
[Reeds verschenen in de rubriek "
Goed om te weten " op onze website op 24/10/2008]
Vanaf 1 november 2008 zijn er een aantal wijzigingen in de terugbetalingsvoorwaarden van de geneesmiddelen bij astma en COPD. Het betreft de klassen 4.1.1. tot en met 4.1.8. in het Gecommentarieerd Geneesmiddelenrepertorium. De nieuwe terugbetalingsvoorwaarden zijn gebaseerd op de wetenschappelijke aanbevelingen van de Commissie Tegemoetkoming Geneesmiddelen (CTG) van het RIZIV, en zijn gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 15 oktober.
Alle vergoedbare specialiteiten uit bovenvermelde klassen worden nu vergoed in hoofdstuk II 1 , d.w.z. zonder voorafgaand akkoord van de adviserend geneesheer, maar met a posteriori controle (symbool . op onze website).
M.a.w.
- De kortwerkende β2-mimetica*, de kortwerkende anticholinergica, de associaties van kortwerkende β2-mimetica + kortwerkende anticholinergica, de inhalatiecorticosteroïden (aërosol, poeder), theofylline en de inhibitoren van de mediatorenvrijstelling worden niet meer vergoed in hoofdstuk I (d.w.z. terugbetaling zonder voorwaarden).
- De inhalatiecorticosteroïden (verneveling) en de leukotrieenreceptorantagonisten worden niet meer vergoed in hoofdstuk IV (d.w.z. terugbetaling na akkoord van de adviserend geneesheer van de verzekeringsinstelling: a priori controle).
- De langwerkende β2-mimetica, de langwerkende anticholinergica en de associaties van langwerkende β2-mimetica + corticosteroïden worden niet meer vergoed in hoofdstuk IV (voor deze geneesmiddelen was geen akkoord van de adviserend geneesheer van de verzekeringsinstelling nodig, maar volstond het dat de behandelende arts op het voorschrift "derdebetalersregeling van toepassing" vermeldde).
De specialiteit op basis van omalizumab, Xolair® (hoofdstuk 4.1.9.) blijft vergoed in hoofdstuk IV (a priori controle).
* Met uitzondering van de specialiteit op basis van salbutamol onder vorm van comprimés, siroop en amp. i.m. – s.c.: deze verpakkingen blijven vergoed in hoofdstuk I, maar hebben geen plaats bij de aanpak van astma en COPD in de ambulante praktijk.
Nog enkele opmerkingen.
- De terugbetalingsvoorwaarden bij astma zijn vooral gebaseerd op de laatste GINA-aanbevelingen (vooral voor de voorwaarden voor kinderen werd ook rekening gehouden met de aanbevelingen van het Amerikaanse National Heart, Lung and Blood Institute: National Asthma Education and Prevention Program, Guidelines for the diagnosis and management of asthma – expert panel report 3). [In verband met astma en GINA, zie
Folia januari 2007 ].
- De terugbetalingsvoorwaarden bij COPD zijn gebaseerd op de laatste GOLD-aanbevelingen [in verband met COPD en GOLD, zie
Folia januari 2007 ].
- Het voorschrijven van kortwerkende bronchodilatoren (β2-mimetica, anticholinergica) in het kader van een acute exacerbatie van astma of COPD, noodzaakt geen specifieke vermelding in het medisch dossier van de patiënt.
- Het gebruik van de betreffende geneesmiddelen via verneveling wordt in de ambulante praktijk beperkt tot patiënten die wegens mentale of motorische handicap, niet in staat zijn om een poederinhalator of een doseeraërosol (met expansiekamer) correct te gebruiken.
- Alle vergoedbare specialiteiten blijven in terugbetalingscategorie b, d.w.z. dat het remgeld voor de gewoon verzekerden 25% bedraagt, voor de verzekerden met voorkeurstarief 15%.
- Meer informatie over de aanbevelingen van de CTG, via
www.riziv.be , rubriek "Geneesmiddelen", klik achtereenvolgens "Groepsgewijze herziening", en "Astma en COPD: voorschrijven van de geneesmiddelen volgens de aanbevelingen". Zie ook persbericht van het RIZIV van 15 oktober 2008 (via
www.riziv.be ).
|