Dit artikel is een update van de kennis over doeltreffendheid en veiligheid van een aantal geneesmiddelen die in 2012 op de markt kwamen. Voor dit artikel werd een selectie gemaakt van de geneesmiddelen die een impact hebben op de algemene praktijk. Volgende geneesmiddelen worden besproken:
Apixaban (Eliquis®)
Het BCFI is van oordeel dat apixaban, net als de andere directe orale anticoagulantia (DOAC’s), de vitamine K-antagonisten (VKA’s) niet systematisch dient te vervangen in de trombo-embolische preventie; er zijn geen argumenten om apixaban te verkiezen boven de andere DOAC’s.
Ticagrelor (Brilique®)
Het BCFI is van oordeel dat ticagrelor een doeltreffend antiaggregans is maar dat acetylsalicylzuur de eerste keuze blijft in de secundaire preventie op lange termijn na myocardinfarct.
Racecadotril (Tiorfix®)
Het BCFI is van oordeel dat de plaats van racecadotril bij acute diarree zeer beperkt is: er zijn weinig kwaliteitsvolle studies over de werkzaamheid. Racecadotril lijkt tot nu toe veilig maar het gelijktijdig gebruik met een ACE-inhibitor is af te raden omwille van een verhoogd risico van angio-oedeem.
Linagliptine (Trajenta®, in associatie met metformine: Jentadueto®)
Het BCFI is van oordeel dat het niet bewezen is dat linagliptine een meerwaarde heeft ten opzichte van de andere gliptinen, tenzij misschien het gebruiksgemak bij patiënten met nierinsufficiëntie.
Chloormadinon (Helen®)
Het BCFI is van oordeel dat het trombo-embolisch risico met chloormadinon onduidelijk blijft.
Febuxostat (Adenuric®)
Het BCFI is van oordeel dat febuxostat ook na 5 jaar slechts een tweede keuze blijft bij jicht, bijvoorbeeld bij intolerantie of contra-indicatie voor allopurinol. Febuxostat is evenmin een eerste keuze in de preventie of behandeling van hyperuricemie bij de start van chemotherapie. Het risico van overgevoeligheidsreacties en de cardiovasculaire veiligheid blijven aandachtspunten.
Collagenasen van Clostridium histolyticum (Xiapex®)
Het BCFI is van oordeel dat meer gegevens noodzakelijk zijn om de plaats van collagenasen van C. histolyticum bij ziekte van Dupuytren en ziekte van Peyronie te kunnen inschatten.
Asenapine (Secrest®)
Het BCFI is van oordeel dat asenapine geen eerstekeuze-antipsychoticum is, en dat lithium de referentiebehandeling blijft bij manische episodes bij patiënten met bipolaire stoornis.
Belimumab (Benlysta®)
Het BCFI is van oordeel dat meer gegevens noodzakelijk zijn om de plaats van belimumab bij patiënten met actieve systemische lupus erythematodes te kunnen inschatten.
Fingolimod (Gilenya®)
Het BCFI is van oordeel dat fingolimod moet voorbehouden worden voor de tweedelijnsbehandeling van zeer actieve vormen van MS na falen van de β-interferonen en glatirameeracetaat die de eerstelijnsbehandelingen vormen.
Bilastine (Bellozal®)
Het BCFI is van oordeel dat omwille van een gebrek aan nieuwe evidentie en zijn hogere kostprijs, bilastine geen voorkeur verdient boven andere H1-antihistaminica bij allergische rinoconjunctivitis en urticaria. Gegevens over de cardiale veiligheid zijn wel geruststellend.
Tafluprost (Saflutan®)
Het BCFI is van oordeel dat de plaats van tafluprost bij de behandeling van glaucoom nog steeds niet duidelijk is.